• IN BESTUURSKAMER

    Reanimatie met een AED:

    Als een volwassen persoon plotseling in elkaar zakt en niet meer reageert op aanspreken en aanschudden, dan is de kans groot dat er sprake is van een hartstilstand. Een hartstilstand begint meestal met kamerfibrilleren, ook wel ventrikelfibrilleren genoemd.
    De enige therapie voor het fibrillerende hart is defibrilleren (elektrische schok), waarbij tussentijdse reanimatie het hart en hersenen in een betere conditie houdt.

    Hulpverleners die moeite hebben met beademen, kunnen beter alleen hartmassage toepassen dan helemaal niets doen.

    In onderstaand voorbeeld beschrijven we het scenario waarbij je een slachtoffer aantreft met een hartstilstand.

     

    Scenario: hartstilstand

     

    1) Het eerste wat je als hulpverlener wilt weten is of het slachtoffer nog reageert of bewusteloos is. Het bewustzijn controleer je door het slachtoffer aan te spreken en voorzichtig aan zijn schouders te schudden.

    2) Een slachtoffer met hartstilstand zal niet reageren op aanspreken/schudden. Je roept om assistentie en wil nu weten of het slachtoffer een normale ademhaling heeft. Hiervoor maak je eerst de ademweg vrij door het hoofd te kantelen en vervolgens controleer je de ademhaling.

    3) Je kunt geen normale ademhaling waarnemen, alarmeert en start vervolgens de reanimatie. Deze bestaat uit 30 maal hartmassage en 2 maal beademen. Op het moment dat er een AED beschikbaar is, zet je de AED aan en volg je de gesproken instructies.

    Er zijn diverse leden van SVM die de AED kunnen bedienen.

    Bij SVM hangt de AED in de bestuurskamer, direct rechts na de ingang.